Van gevangen naar vrij:
hoe ik alles verloor en mezelf terugvond
De onzichtbare gevangenis
Van buiten leek mijn leven perfect. Getrouwd, een dochter, een hechte gemeenschap. Maar van binnen voelde het als een kooi. Ik groeide op binnen de gemeenschap van Jehovah’s Getuigen, waar gehoorzaamheid en opoffering alles betekenden. Toen ik besefte dat ik op vrouwen viel, wist ik: als ik mezelf laat zien, raak ik alles kwijt.
Jarenlang onderdrukte ik wie ik was. Ik hield me vast aan de regels, probeerde ‘goed’ te zijn. Maar hoe langer ik mezelf verloochende, hoe leger ik werd. Mijn lichaam raakte uitgeput, mijn hoofd vol. ’s Nachts lag ik wakker, bang voor de vernietiging die mij zou wachten als ik afweek van de dogma’s. Maar de angst voor uitsluiting hield me gevangen. Ik kon geen kant op.
Het dieptepunt
Ik wist niet meer hoe ik verder moest. De angst vrat aan me, ik sliep nauwelijks en verloor mezelf steeds meer. Tot die ene dag. Ik fietste door de polder, de wind sneed in mijn gezicht. Verdoofd, leeg. En toen zag ik die vrachtwagen naderen.
Een fractie van een seconde dacht ik: Als ik nu naar links stuur, is alles voorbij.
Maar op dat moment gebeurde iets. In elke vezel van mijn lichaam voelde ik:
Nee. Ik wil leven! Alles, echt álles, was beter dan dit.